Kaapstad is behalve een geweldige stad en ideale reisbestemming een fascinerende mengelmoes van culturen die zijn oorsprong heeft in de koloniale tijd. Begon de stad rond 1638 als een verversingspost op de handelsroute van Nederlandse schepen naar de Oost, al snel groeide Kaapstad uit tot een van de eerste permantente europese nederzettingen in zuidelijk Afrika. Naast specerijen en allerlei andere handel, werden hier vanaf eind 17e eeuw honderden slaven uit onder meer het huidige Indonesië heengebracht. Net als in Nederlands-Indië vermengden Europese en Aziatische invloeden zich hier met elkaar en daarnaast met de oorspronkelijke lokale afrikaanse culturen. Lopend door de straten van de Moederstad van Zuid-Afrika vraag ik me af of er nog “Indische sporen” te vinden zijn.
Op het eerste gezicht lijkt er in Kaapstad, behalve Hollandse architectuur, weinig tastbaars over uit de koloniale tijd. Wat meer opvalt is het contrast van bedelende kinderen voor de ingangen van dure westerse winkelketens, waar de rijke clientèle zich achter stalen hekken heeft verschanst. De kleur van je huid mag hier dan wel niet meer bepalen wat je plek is, wel hoe arm of rijk je bent.
De Aziatische invloeden zijn echter snel merkbaar: Kaapstad heeft net als veel andere Zuid-Afrikaanse steden een grote Indiase gemeenschap en de vaak kleurige gevels van talloze Indiase winkels en restaurants sieren het straatbeeld. In totaal wonen meer dan een miljoen Indiërs in het land. Indiase families, die vaak al generaties lang in Zuid-Afrika zijn, houden sterk vast aan hun eigen cultuur. Samen met de gemengde bevolking die ontstond uit huwelijken tussen blank en zwart, vormden zij in de apartheid-tijd de middenlaag van de samenleving. Met net iets meer vrijheid en rechten dan zwarten, maar minder dan de blanken.
Hoewel er misschien geen formele en wettelijke apartheid bestond in Nederlands-Indië, dringt een vergelijking zich gemakkelijk op met de koloniaal geregelde samenleving daar van Hollanders, Indo-Europeanen en inlanders. Sterkere en overtuigendere Indische sporen blijken echter meer onder de oppervlakte te zitten.
Bladerend door een menu van een van de talloze Kaapse restaurants vind ik een dag later tot mijn verassing ineens de woorden rystafel, atjar en sambal. De afstammelingen van de slaven uit het huidige Maleisië en Indonesië die naar de Kaap werden gebracht, werden Cape Malay genoemd, naar de taal die de meeste van hen spraken (Maleis, destijds de lingua franca van de regio) en brachten hun eigen eetcultuur mee, die langzaam zijn eigen Kaapse karakter kreeg maar een onmiskenbare Aziatische smaak heeft behouden. De gerechten die ik van de Cape Malay keuken proef zijn heerlijk.
Eten. Zou dan vooral het eten de cultuur hier beïnvloed hebben? Onbevredigd zoek ik verder in het prachtige Bo-Kaap, waar de Cape Malay zich oorspronkelijk vestigden. De steile met keien ingelegde straten voeren bergopwaarts richting de top van Signal Hill. De lage, kleine huizen zijn in steeds wisselende kleuren geverfd waardoor de wijk als een lappendeken over de heuvel lijkt te liggen. Op driekwart van de tocht omhoog vind ik Tanah Baru, een oude begraafplaats met een verbluffend uitzicht over de metropool die zich beneden mij uitspreid over de Kaap. In de verte loopt de kustlijn richting Kaap de Goede Hoop, de bijna mythische rots, waar al eeuwenlang schepen omheen voeren om hun zuidelijke route te verleggen naar het Oosten.
Het is stil zo hoog boven de stad. Rechts van me kijk ik uit op de Tafelberg. Van de rand rolt als een toefje slagroom een wolk. Dan tuur ik links van me de zee af richting de horizon. Het water weerkaats fel het zonlicht. Ergens halverwege ligt Robbeneiland als een donkere pannekoek op een spiegelende bakplaat.
In het Bo-Kaap Museum, weer terug onderaan Signal Hill, begin ik aandachtig de informatie te lezen over de historie van de wijk. Gedreven vult Shereen Mischab, die rondleidingen door de wijk verzorgt, aan. Ze vertelt hoe de Cape Malay zich in zekere zin wel verbonden voelen met Indonesië en Maleisië, omdat daar hun voorvaderen vandaan kwamen, maar dat zij toch vooral hun eigen identiteit hebben. Hier in de Bo-Kaap werd bijvoorbeeld hard gestreden tegen de apartheidspolitiek.
Veel van de nieuwkomers in die tijd, waren vaardige ambachtslieden, die de snel groeiende stad werden binnengebracht om forten, huizen en andere gebouwen te bouwen. De meesten van hen waren moslim en zij hielden vast aan hun geloof. Het gebeurde vaak dat zij hierheen gelokt werden doordat de hollanders hun geestelijk leiders naar de Kaap verbanden, zoals Tuan Guru, die op Tanah Baru een monument heeft.
Voorzichtig concludeer ik dat de Cape Malay in verschillende opzichten zeker verwant zijn aan de Indo-Europeanen uit Nederlands-Indië maar (uiteraard) vooral hun eigen geschiedenis hebben. De vergelijking met Indo-Europeanen gaat op de meeste punten dan ook mank, maar vertoont toch zeker gelijkenissen.
Verschillende “Indonesiërs” trouwden bijvoorbeeld met Hollanders –zoals de grootouders van Shereen. Hun Kaapse kinderen waren in een bepaald opzicht “Indo-Europees”. Sommigen gingen op in de Afro-Euro-Aziatische mix die hier langzaam maar zeker ontstond. Tegelijkertijd probeerde de meerderheid van de Cape Malay –overwegend met succes- vast te houden aan de eigen gemeenschap die als een kleine diaspora in het snel groeiende Zuid-Afrika uit elkaar dreigde te vallen.
Die middag ontmoet ik in een winkel in de haven van het pittoreske Kalkbay, iets ten zuiden van de stad, Traci. Haar uiterlijk verraad een gemengde achtergrond. Ze vertelt dat ze een Indonesische en Nederlandse voorouder heeft. Haar gemengde afkomst is historisch verbonden met het dorp, waar ze werd geboren, want hier vestigden zich een aantal eeuwen geleden honderden Maleisische, Filippijnse en Javaanse vissers naast een handvol Europeanen die uit de stad waren afgezakt richting het zuiden.
Haar Nederlandse overgrootvader trouwde een de nazaten van de Javaanse vissers. Haar achtergrond is haar de laatste jaren, sinds ze een dochter heeft, meer gaan interesseren, vertelt ze. Ze wil haar dochter graag vertellen waar ze vandaan komt. Is ze misschien eigenlijk een Indische? vraag ik me ondertussen af.
Voor even voelen we ons verbonden door een geschiedenis die overeenkomsten vertoont en bovendien wortelt in eenzelfde ontmoeting van Oost en West. Hier, niet ver van Kaap de Goede Hoop, sta ik in het symbolische midden daartussen. Het is een comfortabele plek besluit ik. Dan denk ik voor even nergens aan. Langzaam, aan de andere kant van de Kaap, gaat de zon donkerrood onder.
In het verleden waren veel mensen uit Nederlands Indie die verzet hadden gepleegd tegen de VOC naar Zuid Afrika verbannen.
Zoals Syeik Yusuf die door de Zuid Afrikaanse regering werd vereerd met de Oliver Tambo Award 2005.
Abadin Tadja Tjoessoep was de neef van de koning van Goa (Makassar Indonesia).
Hij werd via Ceylon en daarna naar Kaapstad verbannen en kwam net zijn 49 volgelingen op 2 April 1694 en vestigden in Kampung Macassar.
In de loop der jaren werden veel verbannen mensen uit Nederlands Indie gekomen , hun aantal bedroeg bijna 800.000 van de 3,27 miljoen inwoners .
Ze vestigen in de districten/plaatsen zoals Bo-Kaap , Salt River , Woodstock Michels Plain Athlone en Gatesville.
Dus de vraag of een nakomeling(e) van een Nederlander en een persoon met “Indonesische” (iemand met Nederlands Indie achtergrond) een Indisch(e) Nederlander is kan men waarschijnlijk met ja beantwoorden.
De kaapkolonie was inderdaad een van de plaatsen waar de VOC mensen uit de Indonesische archipel naar toe zond als banneling. Een aantal graven van die bannelingen – waaronder een prins uit Ternate – zijn inmiddels een soort bedevaartplaats geworden zoals dat van Syeik Yusuf.
ZA wordt vaak vergeten als het gaat om de Indische geschiedenis, maar dat is niet terecht.
Daarom is het goed dat jullie daar aandacht aan besteden –)
800.000 ?
Ik geloof dat op dit moment het aantal moslims in Zuid-Afrika zowat 750.000 is ?
Het lijkt mij dat de voorouders slaven en vrije tot minder vrije immigranten uit Brits Indië waren. Dit waren de grootste groepen…naast een klein groepje ballingen uit Java rond 1700..
Linkie:
http://www.sahistory.org.za/pages/library-resources/online%20books/history-muslims/1600s.htm
Interessant om te vernemen hoe Indo’s het doen in andere landen dan hun geboorteland Nederlands Indie(NI). Voor mij was het nog NI. Ik was dus met recht WNI (warga nederlandsch Indie). Immers pas eind 1949 vond de souvereiniteitsoverdracht plaats en erkende Koningin Juliana Indonesie en proclameerde ze de onafhankelijkheidsstatus van Indonesia.
Ik ken Zuid-Afrika alleen uit een boek van Pieter Maritz (o.i.d.) over de Boerenoorlog. Er stond daar niets noemenswaardigs in vermeld over Indische Nederlanders. Je was toch als je daar geboren was een Suid-Afrikaanse Nederlander ?
Als je opa, of oma of een van je ouders afkomstig was uit het voormalige Nederlands Indie en/ook/of een autochtoon was, dan ben je als nazaat, geboren in een ander land dan het huidige Indonesia, alleen maar Indo.
Zo zijn er dus een nieuwe generatie Indo’s over de hele wereld. Ook een Braziliaanse die met een Indonesische emigrant is getrouwd heeft mag haar in Rio geboren zoon of dochter een Indo noemen, maar niet Indisch.
Indisch was voor 27 december 1949. Voor die tijd was bijvoorbeeld ook een echte Batakker een Nederlands-Indisch ingezetene volgens de Nederlandsch Indische wetgeving van 1848. Zo simpel juridisch is het. Dus ook Soekarno en Hatta en al hun tijdgenoten waren Nederlandsch Indisch volgens die wet. Daar kun je het gevoelsmatig niet mee eens zijn, maar zo simpel juridisch lag het wel. En daar doet geen Pemuda-verklaring van 1928 of wat voor toenmalige onafhankelijkheidsactie dan ook iets aan toe. Pas een Innternationale(VN) resolutie in de vorm van een erkenning en herkenning en een (koloniserend)land dat afstand doet van haar bestuurlijke rechten en dito verantwoordelijkheden over dat land en ook de onafhankelijke status van dit land erkent, is internationaal juridisch wat ratificatiekracht heeft.
En ik meen dat je zo ook de status van je staatsburgerschap of staatsidentiteit moet vaststellen. Niet op grond van gevoelens of vermeende staatsrechten. Het hele idee van een soort identiteitscrisis onder de Indische generatie die noodgedwongen moesten emigreren is enigzins overtrokken en heeft als oorzaak een desgeorienteerd gevoel.
Zelfs de Nederlandse staat heeft daar problemen mee. Eigenlijk zouden alle ereschulden en oorlogsschadevergoedingen gedeeld moeten worden met de Indische Indonesiers die net zo goed last hadden van de Japanse bezetter. Maar omdat na 1950 de trukendoos werd geopend en de keuze voor staatsburgerschap gemaakt moest worden, werden zo talloze tot Indonesier ‘genaturaliseerde’ Indische mensen buiten de vredesovereenkomsten gehouden. Althans v.w.b. een vergoeding vanwege geleden oorlogsleed e.d.
Dus Japan is er goed van afgekomen. Wat is politiek toch een fijn soort gemeenschapsspel.
Maar dit is mijn juridische mening en dat staat natuurlijk soms haaks op gevoelsachtergronden. Er is ook niemand die daar enig voor- of nadeel bij heeft. Misschien wel in het geval van oorlogsschulden en zo.
Heb met mijn gezin in Kaapstad gewoond. Ik kwam deze bevolkingsgroep daar veel tegen. Mensen zagen mij ook aan voor een “Cape Malais”. Vanwege o.a. mijn Ternataanse roots (familie Salmon) was het bijzonder om de begraafplaats van een prins van Ternate tegen te komen. (Op Robbenisland) Vanwege de vaarroute van Azie naar Europa, met Zuid Afrika als verversingspost zijn veel slaven hier te werk gesteld. Ook religieuze leiders en politieke tegenstanders van het Nederlandse bewind werden naar Zuid Afrika verbannen.
Check de volgende filmpjes/ artikelen over slaven uit Indonesie en India in Zuid Afrika:
http://www.youtube.com/watch?v=7h-2ORWvmeg
http://www.youtube.com/watch?v=eOxHHLAyN58
http://en.wikipedia.org/wiki/Cape_Malays
Zelfs Jonathan Butler is een Cape Malay en kan goed Indoneschische/ Maleise roots hebben
http://en.wikipedia.org/wiki/Cape_Coloureds
Sijim says:
November 3, 2009 at 23:25
Indisch was voor 27 december 1949. Voor die tijd was bijvoorbeeld ook een echte Batakker een Nederlands-Indisch ingezetene volgens de Nederlandsch Indische wetgeving van 1848. Zo simpel juridisch is het. Dus ook Soekarno en Hatta en al hun tijdgenoten waren Nederlandsch Indisch volgens die wet
——–
Nee
Soekarno en generatiegenoten zijn Nederlandse onderdanen.
Hun ouders hadden de Nederlandse nationaliteit volgens de nationaliteistswet van 1838 die vervangen werd door de 1892 wet.
Wadoeh , ik had “nooit geweten” dan ik een nakomeling ben van een ” Inlander” die de Nederlandse nationaliteit had gehad.Dat mijn inlandse overgrootvader een Nederlandse nationaliteit heeft
Vraag is of men nog steeds wil vasthouden aan de Nederlandse versie wanneer de Indonesiers hun vrijheid hadden geproclameerd .
Voor zover ik weet is de vrijheidsproclamatie van de Amerikanen ook niet dezelfde als de noodgedwongen erkenning door de Engelse kolonisator .
En de Amerikanen vieren hun Independance day op het moment dat ze hun vrijheid hadden geproclameerd zoals de Indonesiers hun 17 Agustus 1945 vieren .
Er is ook een verschil tussen de Indonesische claim (1945) en de Nederlandse erkenning van 1949.
Terwijl tussen die 2 jaartallen al verschillende landen de soevereiniteit van Republik Indonesia hadden erkend.
Zelfs Nederland had de soevereiniteit van RI op Java , Sumatra al erkend via de Linggardjati overeenkomst.
Dhr. SA schreef: Vraag is of men nog steeds wil vasthouden aan de Nederlandse versie wanneer de Indonesiers hun vrijheid hadden geproclameerd .
——————–
Er is helemaal geen sprake van een versie. Op 17 augustus 1945 stond Soekarno in de vroege ochtend in zijn voortuintje bibberend van de zenuwen de Republik Indonesia te proclameren, hij zelf durfde niet maar de pemuda’s hadden hem min of meer gedwongen. Hij wist zich ook gesteund door de Japanse vice-admiraal Maeda dat maakte hem zeker.
De soevereiniteitsoverdracht was een ander historisch moment, waar de Indonesiërs ook aan meededen, dus waarover is al die drukte. U wilt eenzijdig een uitgeklede versie van de geschiedenis waarin bij voorkeur de rol van de Nederlanders in hetgeen nu Indonesië wordt genoemd helemaal geschrapt wordt, zodat de Javanen eindelijk de vernedering van honderden jaren bezetting die hun zoveel frustratie geeft kunnen vergeten. Al jaren zijn ze bezig de geschiedenis naar hun hand te herschrijven, alsof dat de feiten doet veranderen.
En nu een lekker Zuid-Afrikaans glaasje Sauvignon Blanc van Nederhof. 😉
Kaapstad was een handelspost van de VOC met haar duistere en dubieuze handelspraktijken; vele mensen vielen slachtoffer van de zucht naar gewin ten koste van alles.
Wat betreft de repatriering van de Indische Nederlanders: de Indos waren niet welkom in Nederland, alleen hun geld was meer dan welkom.De gehele Nederlandse koloniale historie is een keten van wandaden, woekerwinsten, en trieste daden van “crimes against humanity”.