Den Haag, 13 juli 2007
door Kirsten Vos

conflict

Naar aanleiding van ons optreden op de Pasar Malam Besar in mei heeft de Wereldomroep een artikel en een reportage gemaakt. Alleen, toen ik het stuk las, schrok ik. Halverwege ‘mijn’ interview stond Afzetten tegen de tweede generatie als tussenkop. Ik heb de journalist onmiddellijk gemaild en die heeft het snel gecorrigeerd. Ik had die uitspraak niet gedaan en ik wilde al helemaal niet dat Indisch 3.0 onterecht bekend zou komen te staan als de weblog die zich afzet tegen de tweede generatie.

Op zich is je afzetten niet perse negatief. Het kan je helpen een stap in de toekomst te zetten, zolang je maar in het oog blijft houden waar je vandaan komt. Genoeg jonge Indo’s doen dat en het is dan ook niet voor niets dat veel eerste en tweede generatie* Indische Nederlanders ze aanmoedigen om door te gaan. Waarom dan toch die tussenkop laten aanpassen? Omdat ik in discussies tussen de tweede en derde generatie al langere tijd reacties lees en hoor die juist de tegenstelling benadrukken die gepaard gaat met je ergens tegen afzetten, in plaats van het gemeenschappelijke dat ons drijft, namelijk de Indische achtergrond.

De eerste keren dat ik deze polarisering in discussies zag ontstaan, vroeg ik me af of dat typisch Indisch was. Ongeacht het onderwerp gingen zulke gesprekken namelijk al snel de kant op van ‘Jullie hebben het niet meegemaakt, opgroeien in het Nederland van de jaren ’50,’ ‘Jullie kennen je achtergrond niet eens’, ‘Jullie weten niet wat Indisch zijn betekent en gebruiken het alleen maar omdat het in de mode is’ of ‘Jullie zijn zo ver gekomen dankzij ons.’

Verbaasd las ik zo’n discussie nog eens goed door, om te kijken of mijn generatiegenoten verwijten hadden gemaakt die zulke reacties rechtvaardigden. Ik heb namelijk ook wel eens het onterechte en polariserende ‘De tweede generatie heeft onze cultuur verloochend’ gehoord. Maar vaak genoeg kregen jonge Indo’s zulke reacties al wanneer ze hun trots op hun Indische afkomst uitten en lieten zien hoe ze daarmee bezig waren.

Inmiddels denk ik dat zulke reacties niet typisch Indisch zijn. Veel meer dan ik zou willen geloven, vermoed ik dat het normale generatieverschillen zijn die zich manifesteren in culturen die in ontwikkeling zijn. Weerstand tegen verandering is alleen maar een teken dat er een nieuwe groep opstaat die zijn stempel aan het zetten is op de toekomst van de Indische cultuur.

Wat ik er wel erg Indisch aan vind is dat discussies zich al snel toespitsen op de inhoud van die toekomst, namelijk de vraag wat Indisch zijn ís. Als er iets is dat al sinds jaar en dag de gemoederen bezig houdt, is dat het wel. Als ik de eerder aangehaalde reacties met die bril bekijk, dan zie ik dat ze daar allemaal mee te maken hebben.

Discussie is goed. We zijn in gesprek en ik hoop op veel inhoudelijke discussies tussen Indische generaties. Het houdt onze cultuur in beweging, want als je al die discussies op een rij zet, krijg je een aardig beeld van hoe het antwoord op die ene vraag, wat is Indisch, zich ontwikkelt.

* Deze indeling is gekoppeld aan het vertrek uit Indonesië. Indische Nederlanders van de eerste generatie zijn in Indië geboren en hebben daar langere tijd gewoond. Bijna allemaal hebben ze de Japanse bezetting en de repatriëring meegemaakt. De tweede generatie is in Nederland (of een ander nieuw thuisland) opgevoed door ouders die hun leven in Indië hebben doorgebracht, of een groot deel daarvan. Zij kregen van de eerste generatie te horen dat zij Nederlandser dan Nederlands moesten zijn. De derde generatie is geboren en getogen in het land waar hun ouders opgegroeid zijn.