In het een na laatste interview in de reeks Jonge Indo’s in de provincie… reist Indisch 3.0 af naar Flevoland voor een gesprek met Remco Vereijken (34). Met de eerste voorjaarszon die langzaam naar binnen kruipt en een warme pot thee op tafel vertelt Remco over de weg die hem van een klein dorp in Noord-Brabant naar Almere Haven bracht, zijn leven na het dansen en zijn Indische ‘coming out’.
Fotografie: Natalie Ypma
Om bij het begin te beginnen. Wie is je vader, wie is je moeder?
“Mijn vader heet Frans Vereijken en is een Brabander. Mijn moeder, Julia Vereijken-Pleyte is Indische. Ze is in 1952 geboren in Semarang en kwam in oktober 1964 met mijn opa en oma, twee broers en twee zussen met het vliegtuig naar Nederland. Veel meer weet ik eigenlijk niet over mijn Indische familie”.
En jij bent geboren in?
“In Best, een dorpje boven Eindhoven. Ik heb daar tot mijn 19e gewoond”.
Hoe komt een Brabantse jongen vervolgens in Almere terecht?
“Brabant en Almere, ja dat is wel wat anders hè? Rond de tijd dat ik professioneel danser werd besloot ik naar Amsterdam te verhuizen. Ik kon geen huis vinden en kreeg iets aangeboden in Almere. Ik vond het behoorlijk wennen in het begin, maar inmiddels heb ik het erg naar mijn zin. Er is veel groen hier, ik kan lange wandelingen maken met de hond, de mensen zijn vriendelijk en ik heb een heel ruim appartement. Voordat ik hier terecht kwam heb ik eerst een tijd in Tilburg gewoond. Vanuit Best verhuisde ik daarheen om de opleiding theatervormgeving aan de Academie voor Beeldende Vorming te gaan volgen. Dat heb ik niet afgemaakt. Ik bleek meer geïnteresseerd te zijn in het theater zelf, dan het ontwerpen van decors. Uiteindelijk koos ik voor een vak waarmee ik zelf op het podium kon staan.”
“Doordat een vriend werd aangenomen op de Dansacademie kwam een oude droom terug: danser worden. Al vanaf dat ik me herinner wilde ik dat, ja, toen ik zes jaar was eigenlijk al, grappig he? Maar ik werd daar thuis nooit in gestimuleerd. Ik was met een andere opleiding bezig, was 22 of 23 en dacht: ik ben al te oud voor een dansopleiding. Die vriend was 27 en werd toch aangenomen. Dat was het moment om het ook te proberen. Ik besloot auditie te doen voor musicaltheater aan de Dansacademie en werd aangenomen”.
Je droom kwam uit?
“Ja eigenlijk wel. Na twee jaar dansacademie werd ik aangenomen voor de Dinnershow 2000. Dat was geweldig. Ik was toen ineens professioneel danser”.
Hoe was het om professioneel danser te zijn?
“Het was een geweldige tijd! Ik heb écht van alles gedaan. Een aantal jaar heb ik deel uitgemaakt van het Holland Show ballet, waar ik mijn vriend Gerhard ook heb leren kennen. We vlogen vaak met het hele dansgezelschap naar verschillende Europese locaties om een show te doen. Ook heb in verschillende producties gestaan in de Nederlandse theaters: 2nd Street, Barcelona, Hello Dolly!, maar ook in Ahoy bij de show van Frans Bauer. Haha! Meestal in het ensemble, maar omdat ik redelijk een beetje kon zingen werd ik ook aangenomen als zanger en danser in Wonderlijke Efteling Show en Pietje Bell en kreeg ik kleine rollen in musicals zoals Alladin en Junglebook. Mijn laatste producties waren Jeans en Assepoester. Toen was het tijd voor een volgende stap. Professioneel danser is een lastig bestaan. Elk jaar opnieuw auditie en als je voor een seizoen werk hebt, is het onzeker of je het jaar erna aan de slag kunt. Gelukkig lukte dat steeds, maar op een gegeven moment voelde ik dat het tijd was iets anders te gaan doen”.
En dat werd?
“Tja, dat was wel even zoeken. In het begin had ik geen idee wat ik wilde doen. Ik heb maar wat geprobeerd: werken in een sportschool en als suppoost in een museum. Kon ik aan de slag in het horecagedeelte van een Spa- en Wellness centrum. Daar werk ik nog steeds. Sinds kort doe ik ook Löyly–behandelingen in de sauna. Heel leuk om te doen. Uiteindelijk zou ik iets voor mezelf willen beginnen op horecagebied. In ieder geval service gericht”.
Mis je het dansen?
“Nee, eigenlijk niet. Ik heb een fantastische tijd gehad, maar ik was toe aan iets anders. Ik heb geweldige herinneringen, maar het is goed zo”.
Met de gemeenteraadsverkiezingen net geweest kan ook een vraag hierover niet ontbreken. De PVV is de grootste partij geworden in Almere. Hoe kijk je daar tegen aan?
“Hm, dat vind ik wel moeilijk hoor… Ik merk niet zoveel van de problemen en de onvrede die een deel van de mensen hier heeft. Daar sta ik misschien toch te ver van af. Ik weet ook niet precies wie die mensen zijn. Er zijn veel verschillende culturen op straat in Almere en dat maakt de stad voor mij bijzonder. De PVV gebruikt grote woorden, en ik ben benieuwd wat daar uiteindelijk van terecht komt. Ja, ik vind het ook wel spannend eigenlijk”.
Als ik tot slot wat meer vertel over Indisch 3.0 en een korte impressie geef van wat je op de site zoal aantreft, is het Remco die enthousiast vragen gaat stellen. Hij is verrast over de manier waarop “het Indische” leeft, ook bij de jongere generatie. Bij hem is dat pas kort geleden begonnen.
Hoe komt het dat je daar de laatste tijd meer mee bezig bent?
Ik heb een aantal Indische en Indonesische collega’s en op een gegeven moment raakten we over onze gedeelde achtergrond in gesprek. Gek genoeg was ik er nooit zo mee bezig. Het was vanzelfsprekend, niet iets waar ik me heel bewust van was. Ja, we aten vroeger 5 dagen in de week rijst en bepaalde dingen gingen anders dan in andere gezinnen. Verder wist ik niet veel. Maar inmiddels vind ik mijn Indische achtergrond toch wel iets bijzonders dat bij me hoort”.
Een soort “coming out”?
Hahaha, leuk hoe je dat zegt. Misschien wel ja. Ik ben nieuwsgierig geworden en moet bijvoorbeeld maar eens iets Indisch leren koken, dat kan ik niet… Als je over een paar jaar nog eens terug komt sta ik hier misschien wel elke dag in batikkleding sateetjes te roosteren!”
Voor het laatste interview in deze serie gaat Kirsten naar een jonge Indo in de provincie Overijssel. Het artikel verschijnt in april op deze site, samen met info over een nieuwe interviewreeks.
Laatste reacties