In het kader van het tweejarig bestaan van Indisch 3.0 staat de blog deze week volledig in het thema van: eten! Elke dag vind je op de blog een nieuw recept van de gerechten die we als redacteuren gemaakt hebben voor onze kumpulan op 23 april. Alle gerechten die we daar gemaakt hebben, zijn onze favoriete Indische gerechten. Hierbij recept 6: bami goreng.

Bami goreng à la Peggy

Bereidingstijd: circa 1,5 uur (incl. 1 uur marineren)

Bami goreng (op mijn schoongemaakte fornuis...)

Ingrediënten
zout
djahé(poeder)
ketjap medja
citroensap (limoensap is nog lekkerder)
trassie
rundvleesbouillon(blokje)
1/2 ons ontbijtspek
3 teentjes knoflook

1 sjalotje
1 prei

2 ons Chinese kool, 1 spitskool of 1/2 paksoi
handje selderie (extra lekker: vermengen met verse Thaise koriander)
1 pond egg-noodle mie (de dunne is het lekkerst)
4 ons vlees (hamlap, kalkoenfilet, karbonade of kip)
4 lombok merah
zonnebloemolie (géén olijfolie)

Voorbereiden
Het heerlijkste van Indisch koken vind ik de voorbereiding. Het uitzoeken van de juiste, verste ingrediënten. Die vervolgens zo fijn mogelijk snijden is niet alleen een sport, maar ook voorpret: met het vrijkomen van al die geuren verheugt mijn maag zich op al het lekkers dat komen gaat. En: tijdens het intrekken tussendoor even ruiken hoe alle ingredienten zich met elkaar vermengen en het gerecht zichzelf voorbereidt op die unieke smaken die in het vooruitzicht liggen. Het recept is van mijn moeder, Peggy.

Het vlees
Snij het vlees in blokjes van circa 1×1 cm. Zo kan de marinade er het beste in trekken. Als je het te grof snijdt, of ongelijk, gaat het intrekken moeilijker en bij het roerbakken word je vlees ongelijk gaar.
Marineer het met een beetje zout, djahé(poeder), ketjap medja (kaki tiga) en een kneepje citroensap. Wat betreft hoeveelheden: let erop dat je het niet te nat maakt met de ketjap. De verhoudingen kloppen als je ruikt dat alle geuren van de ingrediënten je neus ongeveer tegelijk bereiken.
Laat het vlees afgedekt buiten de koelkast intrekken.
Snij het ontbijtspek in dunne reepjes. Apart houden van het vlees!

De geoelekte boemboe. Niet meer in je ogen wrijven!

De boemboe bami goreng
Als je verse djahé gebruikt: snij die zo klein mogelijk. Je moet m namelijk gaan stampen in de oelekan en hoe kleiner je die snijdt, hoe makkelijker je je boemboe maakt.
De trassie mag niet overheersen, dus begin met kleine hoeveelheden en ruik. Want, net als met het vlees: de verhoudingen kloppen als je ruikt dat alle geuren van de ingrediënten je neus ongeveer tegelijk bereiken, zonder dat er eentje overheerst.
Vermeng de trassie, het fijngesneden sjalotje, twee fijngesneden knoflookteentjes en de vier rode, in fijne reepjes gesneden, lomboks in de oelekan totdat een glanzend papje wordt. Laat het afgedekt op het aanrecht staan.

De mie
Grote pan met water opzetten. Gooi daar het derde teentje knoflook in en genoeg bouillonblokjes op die hoeveelheid water. Meestal is een bouillonblokje goed voor een halve liter water. Wachten tot het kookt (duurt meestal eventjes).

De groenten
Snij de prei in flinterdunne reepjes (wel hele rondjes) en de kool (of paksoi etc) eerst in dunne reepjes (ca. 5 mm) en dan in kleine, eetbare stukjes. De selderie fijnsnijden, maar bewaar een paar blaadjes ter garnering.

Bereiding
Het spannendste moment vind ik altijd het bij elkaar doen van alles. Dat is het moment van de waarheid. Of nee, eigenlijk is het moment van de waarheid wanneer mijn moeder het gerecht proeft. Terwijl zij een hap neemt en proeft, hou ik even mijn adem in. En als ik dan haar goedkeurende glimlach zie en haar ‘Heel goed schat’ hoor zeggen, durf ik het met een gerust hart op tafel te zetten.

Het vlees
Doe een flinke hoeveelheid zonnebloemolie in een hete wok of wadjan.
Ontbijtspek aanbakken.
Boemboe erbij.
Even goed laten bakken, totdat de boemboe bruinig glanzend is en goed geurt.
Vlees erbij. Goed roerbakken.
Vlees overscheppen in klein pannetje.
Boemboe op zacht vuur laten pruttelen terwijl je de mie kookt.

De mie
Doe de mie pas in het kokende water als je vlees klaar is en je hem direct kan gebruiken, anders wordt ie plakkerig. De mie hoeft hooguit vijf minuten in het water rond te dansen en is klaar als hij beetgaar is. Afblussen onder de koude kraan en beetje citroensap erover sprenkelen. Knippen en meteen de meegekookte knoflook eruit vissen.

De bami goreng
Stukje bij beetje de mie in de pruttelende boemboe scheppen, vuur omhoog en elke lading flink omscheppen, zodat de boemboe goed verdeeld is over de mie.
Als de mie bijna drooggebakken is, doe je eerst de prei (even doorscheppen) en vervolgens de kool erbij (ook even doorscheppen).
Dan het vlees uit het kleine pannetje bij de bami goreng. Weer goed doorscheppen. Goed voor je biceps trouwens.
Als de smaken zich goed vermengd hebben, doe je het vuur uit.
Fijngesneden selderie erover heen, eventueel vermengd met fijngesneden verse Thaise koriander.
Doorscheppen.
Klein beetje citroensap erdoor. Op smaak brengen met ketjap medja en zout.
Doorscheppen.

Opdienen
Dien de bami op in een grote kom of gewoon in de pan. Leg de apart gehouden takjes selderie op de bami. Serveren met sambal badjak (of rawit merah, nog heter), atjar lekas, bawang goreng en kroepoek emping.

O ja: vergeet niet de resten mie uit je haar te halen en van je kleding te plukken die er tijdens het omscheppen zijn beland..