Dat kunst en cultuur belangrijk en onmisbaar zijn bleek maar weer eens afgelopen zondag in Theater aan het Spui in Den Haag. Daar werd van 14:00-21:00 de volledige Indische Trilogie gespeeld voor een stijf uitverkochte zaal. Theatermaker en Indisch 3.0 redacteur Elsbeth Vernout was uitgenodigd als “gastrecensent” en doet verslag.
Foto’s: Tabitha Lemon
“Ik was geraakt maar ook geïrriteerd”, zegt kunstenares Cristina Martins, de andere gastrecensent. “Waarom zeggen we nou niet gewoon wat we vinden en denken en voelen en waarom gaan we generatie op generatie altijd maar zo door?” Het is een terechte opmerking van de tekenares die haar met potlood getekende werken in de foyer van het theater heeft geëxposeerd. Veel mensen noemen haar werk Indisch, terwijl Martins geen Indische, maar Portugese achtergrond heeft. Hoewel ze zich gewoon Haagse voelt, haast ze zich te zeggen. In het nagesprek onder leiding van journalist Ricci Scheldwacht schoven naast beide gastrecensenten ook de acteurs Carlo Scheldwacht en Ghislaine Pierie aan.
Martins verwoordt haar gevoelens na een bijzondere en intense middag en avond, in Theater aan het Spui, inclusief heerlijke Indische maaltijd. “Waarom blijven we ons maar verschuilen? Waar zijn we zo bang voor? Ja voor de angst zelf waarschijnlijk, dat het allemaal openbreekt en dat je wel met elkaar moet gaan praten over hoe je je echt voelt. Dat had ik dus heel erg na die laatste voorstelling, Circus Bronbeek.”
Van Indische familieverhalen tot clownsneus
Circus Bronbeek, gespeeld door Ghislaine Pierie, Patrick Neumann en Carlo Scheldwacht en geregisseerd door Esther Scheldwacht, gaf de meest actuele draai aan het blootleggen van Indische trauma’s. De voorstelling is geïnspireerd op de verhalen over de cabaret- muziek en toneelvoorstellingen in de Japanse interneringskampen. Maar achter het strooien hoedje, het stokje en de clownsneus schuilt het verdriet. Carlo Scheldwacht speelt de vader met een kampverleden, Pierie zijn gefrustreerde dochter en Neumann speelt de kleinzoon.
Sloom Bloed, geschreven en gespeeld door Ghislaine Pierie en Carlo Scheldwacht, was de meest persoonlijke voorstelling van de drie. In het stuk kijkt de Indische tweeling Anne en Rein terug op hun jeugd. Samen spelen ze overtuigend een hele Indische familie na, door steeds iets kleins aan hun outfit te veranderen. Een dominante oma, een eeuwig zwangere tante en een irritante oom die alleen maar over Indorock kan praten. Zo passeert zestig jaar Indische geschiedenis de revue. Veel gepraat, veel geheimen. Niemand ontsnapt aan de knellende familiebanden en de voortdurend herhaalde familieverhalen. Maar als je echt iets wilt weten, bijvoorbeeld hoe het nou was in de oorlog in Indië, krijg je geen antwoorden.
Het tweede stuk, naar het boek ‘Familiefeest’ van Theodor Holman en gespeeld door de broers Ricci en Carlo Scheldwacht en hun zus Esther Scheldwacht, was haast kluchtig van opzet. Hierdoor werden de thema’s als het kampverleden, slechte communicatie, aanpassing en zwijgen des te pijnlijker duidelijk.
Geen antwoorden
Na afloop in het nagesprek vraagt een dame uit het publiek nog aan Carlo Scheldwacht of er niet wat meer uitleg bij de theaterstukken had gekund, zodat jongeren die de geschiedenis niet kennen het beter zouden begrijpen. Maar volgens de acteur stelt hij ook zelf alleen maar vragen. “Zeker van Circus Bronbeek word ik heel nederig. Ik sta daar een verhaal te vertellen dat niet van mij is. Maar er zitten wel allemaal mensen in de zaal die dat verhaal kennen. En dat is heel spannend. Het zijn vragen, en geen antwoorden.” En juist dat het geen educatief theater is, vindt Cristina Martins zo mooi. “Door die drie stukken achter elkaar kom je in gesprek met mensen. Je zit langer met elkaar in een ruimte. Ik heb echt bijzondere verhalen gehoord van andere mensen uit het publiek. En dat werkt voor mij heel goed, beter dan een educatief stuk.”
Onderhuids
Als theatermaker en toeschouwer van de Indische Trilogie is voor mij nogmaals bevestigd dat theater bij uitstek geschikt is om de laag onder de oppervlakte bloot te leggen. Dat is ook wat ik in mijn voorstellingen zoals ‘Deze en Genen’ en ‘Gegijzeld’ probeer te doen. De drie voorstellingen achter elkaar rondom dezelfde thematiek versterken dit effect. Zo komen via de weg van de verbeelding onderhuidse thema’s boven drijven, of je nu wilt of niet. Genoeg stof om met een biertje over na te mijmeren en praten.
[New Post] Indische Trilogie raakt en irriteert – via #twitoaster http://www.indisch3.nl/2010/11/17/indisc…
Ik was er niet bij, zat zondag lekker met 22 graden en een groep Indische leeftijdsgenoten door Rome te slenteren.
Het idee van voorstellingen is wel origineel, maar de thema’s zijn echt achterhaald anno 2010 (bijna 2011). We hebben het hier over voorstellingen die “bij uitstek geschikt is om de laag onder de oppervlakte bloot te leggen” maar wat als alles nu onderhand wel is bloot gelegd? Ja, ik ben kritisch en sceptisch wat dat betreft; er zijn namelijk honderden al dan niet duizenden boeken, films, documantaires, voorstellingen en discussie-avonden geweest waarin de Bersiap, Japanse tijd, het koude ontvangst in Nederland en de opbouw in Nederland aan het daglicht zijn gebracht. Wie nu nog niet weet wat met Indisch Zwijgen wordt bedoeld of wat de eerste generatie in Nederland in voormalig Nederlands-Indië is overkomen heeft; of geheel geen interesse hierin, of heeft de afgelopen 20 jaar ergens onder een steen gelegen. Hetzelfde geldt voor hen onder de Indische generaties die zich nog steeds afvragen: wat is Indisch? Ben ik Indisch? Die mensen leven gewoon met een identiteitscrisis die ze zo interessant lijken te vinden dat ik het gevoel krijg dat ze deze ook niet willen beantwoorden omdat ze bang zijn dat er daarna niks meer is om over te praten.
In tussentijd verlept de Indische cultuur, stagneert het beeld van de Indische Nederlander, vergrijst en verdwijnt het Indisch netwerk van verenigingen en organisaties. Pasar Malams veranderen in Asian Fairs, Indische Toko’s veranderen in Caribische Toko’s door de overname van andere minderheidsgroepen uit andere voormalige kolonies.
Het echte Indische beleef ik voor mijn gevoel alleen nog maar als ik mijn oma bezoek in het Indisch verzorgingstehuis Rumah Raffy, waar de geur die ik in de jaren ’80 opsnoof tijdens familiefeestjes in een vol rijtjeshuis, nog steeds in de gangen walmt. Dat is nostalgie, ik zo zou graag ook eens iets Indisch-zijn willen zien van nu, voor de toekomst.. wat waarom kijken wij altijd achterom terwijl de rest van de wereld vooruit loopt..?
Hey Elsbeth,
Mooi stuk geschreven, Tabitha, complimenten voor de foto’s!
Even een vraagje – wat is nou precies die irritatie die Martins uitspreekt? Ik snap dat niet helemaal (“Waarom zeggen we nou niet gewoon wat we vinden en denken en voelen en waarom gaan we generatie op generatie altijd maar zo door?” )
groet van Kirsten
@Kirsten: Cristina doelde op de thema’s die in de voorstellingen naar voren kwamen. Het zwijgen over oorlogstrauma’s, het niet willen beantwoorden van vragen over het verleden, de neiging om tempo-doeloe achtig achterom te kijken, en alles mooier te maken dan het was.
Iets wat Erik ook irriteert zo te lezen…. In tegenstelling tot hem vind ik de thema’s nog wel actueel (helaas). Het blijkt toch heel wat jaren en generaties te duren voordat je echt vrij bent van oorlogstrauma’s. Inderdaad zijn de onderhuidse gevoelens al vele malen bloot gelegd in films, boeken, theaterstukken, maar de emoties zijn nog steeds niet verwerkt. Ook gezien de vele traantjes die er in de zaal in Den Haag werden weggepinkt afgelopen zondag. Theater maakt dat de emoties mogen stromen, hear, hear!
@Elsbeth: het irriteert mij niet dat er over wordt gesproken, het verbaasd mij wel dat de thema’s die je noemt (bersiap,japanse tijd, indisch zwijgen) enkel en alleen onderwerp blijken te zijn en blijven van de Indische gemeenschap. Alsof de Indische cultuur, naast het eten, niet meer inhoud heeft dan dit. Ik vind dat wij, als naoorlogse generatie en als hedendaagse jongste telg, meer in onze mars hebben dan in een slachtofferrol te blijven. Uiteraard respecteer ik de gevoelens van de eerste generatie, maar maken wij de invloed van hetgeen wat is gebeurt tussen 1940-1950 niet groter dan het werkelijk hoeft te zijn: namelijk onderhand onderwerp/kenmerk van het bestaan van Indische Nederlanders?
Oorlog is iets vreselijks, maar wij, de jongste telg, hebben het niet meegemaakt. Sterker nog dat onze ouders het niet hebben meegemaakt; welke gevoelens en welke trauma’s moeten wij dan verwerken voordat we naar de toekomst gaan werken? Geen. Dat het nog generaties moet duren vind ik ook overdreven. Mijn eigen opa heeft zowel als burger als KNIL soldaat heel wat meegemaakt met de kempetai maar zelfs hij zei: “Wat heb je eraan om er over te blijven zeuren, het is gebeurt en kan nooit meer ongedaan worden gemaakt, we moeten door hier in Nederland.” En daar heeft hij gelijk in: hebben wij als naoorlogse generatie niet schuld om steeds het verleden wat wij zelf niet hebben meegemaakt naar boven te halen door dit soort boeken, films, tentoonstellingen. Halen wij niet emoties naar boven die wellicht al door de betrokkenen waren afgesloten, is het noodzakkelijk voor ons na alle informatie die al bekend is om steeds onze laatste eerste generatiegenoten nog op de moeilijkste periode van hun leven te wijzen? Ik vind het enigzins egoïstisch om als naoorlogse generatie onder mom van “ik wil weten wat opa en oma is overkomen” dit steeds naar boven te halen, laat deze ouderen gewoon eens van hun oude dag genieten. Er is namelijk al genoeg over gesproken, richt je eens op de toekomst.
Als “Indisch” niet meer inhoud heeft dan de eeuwige vraag over het Indisch Zwijgen dan zal het in de nabije toekomst geen enkel recht van spreken meer hebben, helaas… .