Een blog vanaf Bali

Meer dan honderd jaar oud is hij, Ketut Limbak, en speciaal voor de ‘Belanda’s’ die op bezoek zijn trekt hij zijn militaire uniform nog een keer aan. Hij is een van de laatste getuigen van de strijd tegen de Hollanders op Bali. Toerist zijn op Bali is alsof je in het paradijs bent beland, zoals velen zullen weten. Maar soms wordt de cocon van zee, strand, Balinese dansen en pineappele pancakes even doorbroken door een glimp van het minder paradijselijke koloniale verleden van het eiland.

Bali was in de VOC-tijd een zelfstandig hindoeïstisch koninkrijk. Pas vanaf het midden van de 19e eeuw kwam het eiland geleidelijk onder Nederlands bestuur. De uiteindelijke, bloedige onderwerping vond in 1906 plaats, nadat de Balinese adel in Badung – mannen, vrouwen én kinderen – massaal zelfmoord pleegde door slechts gewapend met kris en klewang op het vijandelijke vuur in te lopen. De strijd om de onafhankelijkheid bereikte op Bali een hoogtepunt in 1946 met de slag bij Marga. I Gusit Ngurah Rai, een charismatische jonge Balinese Luitenant Kolonel, sneuvelde op 26 november met zijn 95 manschappen bij een aanval tegen de Nederlanders.

Huiskip

Komang Dipa, onze chauffeur voor een dag, brengt ons naar het huisje waar zijn familie woont in het Kintamani- berggebied. Hij wil dat we zijn opa ontmoeten, die na 1946 nog tegen de Hollanders heeft gevochten. Na een bloedstollende autorit – berg op, berg af en vele gaten in de weg ontwijkend – komen we uit bij de kleine boerengemeenschap waar de familie woont. Hoe oud grootvader precies is, weet zijn kleinzoon eigenlijk niet. Op Bali worden geboortedata niet geregistreerd, zeker niet in de tijd dat grootvader werd geboren. Maar hij is ouder dan honderd jaar, en hij kijkt nog steeds schrander uit zijn ogen. Hij zit nieuwsgierig te kijken naar ons vanaf een platformpje naast het huis. Naast hem blaten de geiten, voor zijn voeten scharrelt de huiskip met haar kuikens.

Ketut Bali (c) Elsbeth Vernouth/ Indisch 3.0Speer

Salueren kan hij nog, Ketut Limbak. Zijn uniform is niet meer zo smetteloos en kreukloos als vroeger, maar eenmaal omgekleed is ineens weer iets zichtbaar van de trotse vrijheidsstrijder die hij was. Hij vocht na de Tweede Wereldoorlog tegen het Nederlandse leger met een speer, vertelt zijn kleinzoon, geweren of handgranaten hadden ze niet. Hij werd gevangen gezet en volgens de overlevering in een kuil met water gegooid waar de Hollanders stroom op zetten. Maar Ketut overleefde het als een van de weinigen, en toen het koloniale leger uit Bali vertrok kreeg hij de status van oorlogsheld.

Boos

Gelukkig is opa niet meer boos op de Hollanders, vertelt hij via zijn kleinzoon. Het is al zo lang geleden. Bij het weggaan wil hij nog één ding van ons weten. Wat voor bomen hebben ze eigenlijk in Nederland?