Al schrijvende wist ik dat ik het moest doen zoals ik het deed
Afgelopen vrijdag vierde Marion Bloem haar zestigste verjaardag. Op deze feestelijke dag publiceerde Indisch 3.0 het eerste deel van een interview waarin Liselore Rugebregt met Marion Bloem terugblikte op enkele highlights in de carrière van deze Indische schrijfster en filmmaakster. Vandaag het tweede en laatste deel van het interview.
‘Lust je soms geen chocola?’ Marion ziet dat ik de bonbons tijdens het praten niet heb aangeraakt. Nog voordat ik antwoord kan geven, vliegt ze naar de keuken om terug te komen met een keur aan koekjes en een verse pot groene thee. Met onze mokken weer tot aan de rand gevuld, vertelt Marion verder.Research
‘Nadat Geen gewoon Indisch meisje en Het land van mijn ouders in 1983 een succes werden, kreeg ik ontzettend veel reacties en continu de vraag of er een deel twee kwam. Maar ik wilde zelf bepalen waar ik wel of niet over zou schrijven of filmen. Ik wilde Vaders van betekenis schrijven. Maar ik moest nog zoveel doen daarvoor. Meer dan honderdtwintig mannen in Amerika heb ik geïnterviewd als onderdeel van mijn research. Ik vroeg deze mannen naar hun kamptijd. Wat was er gebeurd en wat had dit met hen gedaan? Voor mij ging er een wereld open. Een deel van de research heb ik later ook gebruikt in het boek Ver van familie en mijn huidige boek. Ook wilde ik na Het land van mijn ouders een speelfilm maken. Dit werd uiteindelijk een bewerking van mijn roman Ver van familie.’
Ik zie weer een fonkeling in de ogen van Marion verschijnen.
De kleine boeng
‘Ver van familie is gemaakt met subsidie van Het Gebaar. Daarnaast heb ik mijn eigen geld en privéleven geïnvesteerd in de film. Het Filmfonds kwam wederom met het argument dat ik te weinig afstand van het onderwerp zou hebben. Ik wilde in de film de kleine boeng laten zien, zij die het meest hebben geleden onder de migratie. Het moest gaan over de mensen die er onmiskenbaar Aziatisch uitzagen en daardoor in de voormalige kolonie in het leger terechtkwamen, waarover men zei dat ze ‘aan de rand van de kampong leefden’. De warmte van die mensen is zo bijzonder door het in stand houden van tradities, zoals het Indisch koken en doorgeven van recepten.’ Ik zie weer een fonkeling in de ogen van Marion verschijnen terwijl zij verder vertelt: ‘Ik heb ongelooflijk veel warme en mooie reacties ontvangen, zalen vol huilende mensen, maar er kwam ook hier en daar kritiek van mensen die hun eigen families niet in de film herkenden. Omdat het een Indische film is, moet dan de gehele Indische gemeenschap zich daarin herkennen? Alsof alle Hollanders zich in een Hollandse film herkennen. De overeenkomst en de bindende factor vind je juist in het migranten- en Indisch koloniaal verleden van de Indische gemeenschap.’
In wat we nu doen, hoe we nu denken, zijn sporen te vinden van de plek die onze ouders in de koloniale samenleving innamen.
Het onzichtbare zichtbaar maken
Marion kijkt mij recht in mijn ogen terwijl zij verder vertelt. ‘Het interessante aan Indische families, dat is het verleden. De geschiedenis is bepalend geweest voor heden en toekomst. In wat we nu doen, hoe we nu denken, zijn sporen te vinden van de plek die onze ouders in de koloniale samenleving innamen. Van de koloniale tijd kregen we allemaal een stukje mee. Om het heden te begrijpen moet je het verleden kennen. Ieder heeft zijn eigen proces op zijn eigen moment, dat is je goed recht. Hoe meer we ons daar bewust van worden, hoe beter we ons kunnen ontwikkelen. Ook voor de volgende generaties. Zodat ze kennis hebben over bewustzijn, het collectief geheugen, herinneringen, angsten en wensen. Het collectief onbewuste speelt een grotere rol dan we willen beseffen, ervoor weglopen helpt niet. Ik houd mij veel bezig met wat ikzelf noem het onzichtbare zichtbaar maken. In ieder boek probeer ik dat weer op een andere manier naar voren te laten komen.
Vanuit de buik schrijven
‘Mijn huidige boek Een meisje van honderd gaat eigenlijk over honderd jaar Indische eenzaamheid. Het boek is voor een deel gestoeld op een goede vriendin van mij die, net als de hoofdpersoon in het boek, Moemie heette. Ik ben iemand van de wetenschap, maar toen ik Moemie leerde kennen, raakte ik gefascineerd door haar helderziendheid. Zij zei tegen mij dat als ik schreef, ik altijd geholpen werd. Dat er altijd mensen om mij heen stonden.’ Marion begint steeds iets zachter te praten. ‘Ik snapte niet wat ze zei, geesten? Pas later, toen ik Vaders van betekenis schreef snapte ik wat ze bedoelde. Ik had toen sterk het gevoel te worden geholpen een weg te vinden naar mijn onderbewustzijn. Ik noem dat vanuit de buik schrijven. Hetzelfde gebeurde bij Een meisje van honderd, dat gevoel geholpen te worden, juist ook door echte mensen. En daar ben ik zo dankbaar voor.’
De derde generatie toont meer nieuwsgierigheid en kan op een makkelijkere manier naar het verleden kijken.
Natuurwetten van het leven
‘Toen mijn uitgever (ook een migrantenkind) Meisje van honderd had gelezen, vertelde ze mij dat ze de pijn kon proeven van de tweede generatie. De tweede generatie die zo duidelijk nog de gevolgen met zich meedraagt van wat de eerste generatie heeft meegemaakt. Terwijl de derde generatie, die zo westers mogelijk is opgevoed en daar de vruchten van plukt, de pijn niet hoeft te voelen. De derde generatie toont meer nieuwsgierigheid, en kan op een makkelijkere manier naar het verleden kijken. Dat verschil is haast voelbaar. Ik heb dat er niet expres ingeschreven, maar gewoon de psychologische wetmatigheden van het leven gevolgd. Tijdens het schrijven heb ik veel hulp gekregen van erg veel mensen. De verhalen kwamen naar mij toe, en al schrijvende wist ik dat ik het moest doen zoals ik het deed.’
Dit jaar zijn er drie boeken van Marion Bloem (opnieuw) uitgekomen. In mei van dit jaar verscheen Het Bali van Bloem. In juni verscheen een betaalbare herdruk van Geen Gewoon Indisch Meisje (1983). Over Een meisje van honderd zal dit najaar een recensie gepubliceerd worden op indisch3.nl.
Bekijk ook eens het project vrijheid/freedom van Marion Bloem op Facebook.
Laatste reacties