“Indonesië is een boeiend land om te volgen”
Alexander Scholtes (30 jaar) uit Amsterdam is, met een Indonesische moeder en een Hollandse vader, een Indo 1.0. Doordeweeks werkt hij in Den Haag bij de Vereniging Hogescholen en daarnaast is Alexander actief in de politiek. Hij is fractievoorzitter van D66 in de deelraad van Amsterdam-Zuid. Hoe kijkt hij tegen de wereld aan, en tegen het koloniale verleden in het onderwijs?
Komt je Indonesische achtergrond in je politieke werk naar voren?
“Nee, niet. Ik heb een Nederlandse opvoeding gehad, ik voel me een Nederlander, ik heb hier wel veel Indonesische familie maar weinig Indische of Indonesische vrienden. Ik denk dat de meeste mensen op het eerste gezicht niet doorhebben dat ik Indonesische wortels heb. Er is zoveel dat mij vormt, ik zou mezelf niet op willen hangen aan één identiteit. Ik kan niet heel specifiek benoemen wat mijn Indonesische afkomst toevoegt. Al zou ik ooit best eens in Indonesië willen wonen.”
“Er valt meer aan Indonesië te ontdekken dan ik had kunnen bedenken.”
Wat heb je meegekregen van de Indonesische cultuur?
“De eetcultuur. En de gastvrijheid. De laatste jaren heb ik steeds meer interesse gekregen in de Indonesische cultuur. Er zijn meer kanten aan te ontdekken dan ik van tevoren had kunnen bedenken. Ik ga sinds een jaar of vijf elk jaar naar Indonesië, ik heb er nog familie en heb inmiddels ook vrienden gemaakt daar. Ik ben de taal aan het leren in Yogyakarta. Ik volg de kranten nu meer als het gaat om Indonesië. Als politicoloog is het een boeiend land om te volgen. Het land heeft zo’n grote interne markt, dat het alleen al daardoor de economische crisis kan overleven. Tegelijkertijd vind ik het fascinerend hoe Indonesiërs een manier weten te vinden om in te spelen op de omstandigheden. Jakarta is een drukke stad. Op bepaalde wegen mag je alleen autorijden als je minimaal drie anderen in je auto hebt. Wat zie je dus gebeuren? Vlak voor die weg staan mensen die bij je in de auto stappen zodat je die weg over kan. Ja, die betaal je dus om met je mee te rijden.”
Als mensen naar Indonesië zouden gaan, wat zou je ze dan aanraden te doen?
Wat zou ik mensen aanraden? Ga een paar weken naar Yogyakarta om de taal te leren. Jogja is veel kleinschaliger dan Jakarta, het is er rustiger en het is een kunstenaarsregio, er is daar een andere sfeer dan in bijvoorbeeld Jakarta en veel andere grotere steden. Het is een leuke stad, je kan er gewoon buiten lopen en je onderdompelen in de lokale cultuur. Ik word daar gezien als buitenlander. In een gesprek merk ik wel dat ze voelen dat ik meer feeling heb met het land en de taal. Ik ben bovendien in Indonesië wat minder direct dan ik Nederland ben, dus het contact gaat wat soepeler.
“Ik ben in Indonesië wat minder direct dan in Nederland.”
Je portefeuille is onderwijs. Hoe kijk jij aan tegen het geschiedenisonderwijs in Nederland over Indonesië?
“Het is natuurlijk al een tijd geleden dat ik geschiedenisles had op school. Maar ik heb de indruk dat er meer aandacht is voor wat de Nederlanders zelf hebben meegemaakt, dan voor wat ze gedaan hebben in Indonesië, bijvoorbeeld tijdens de politionele acties. Het is een gevoelig onderwerp waar voor zover ik weet relatief weinig bekend over is. Misschien zou daar meer onderzoek naar gedaan kunnen worden, zoals ook is voorgesteld door enkele historische instituten nadat foto’s over executies in Indonesie. Ik ben een liberaal en geloof niet dat het werkt als de politiek gaat opleggen wat docenten op scholen leren.”
Terwijl mijn pen al op tafel ligt, raken Alexander en ik in gesprek over de plek van het koloniale verleden in het onderwijs.
Kirsten – “Jij hebt onderwijs in je portefeuille en je hebt opgemerkt dat er te weinig kennis is over het koloniale verleden. Zou er dan niet toch iets vanuit de politiek moeten gebeuren om dat recht te trekken? Het gaat mij er niet om dat mensen weten wat Indische Nederlanders zijn. Daar blijft toch wel discussie over bestaan. Het gaat mij erom dat meer en betere kennis over het verleden van Nederland in Indonesië kan zorgen voor een betere verstandhouding tussen de landen nu. Dat Nederland Indonesië aanspreekt op mensenrechten, zoals pas met de (afgelaste) komst van president Yudhoyono, vind ik an sich een goede zaak, maar die hooghartige toon, van ‘Wij in het Westen weten als geen ander dat jullie fouten maken met mensenrechten’, die is niet gepast voor een ex-koloniaal heerser.”
“De politiek kan niet voorschrijven wat docenten moeten onderwijzen.”
Alexander – “Dat ben ik wel met je eens. Het is ook niet zo dat ze daardoor in Indonesië dan opeens besluiten hun beleid te veranderen. Maar het gaat niet werken als de politiek voorschrijft wat een docent zijn scholieren hoort te leren. Dan krijgt hij alleen maar te maken met tegenstrijdige en overdadige eisen.”
Kirsten – “Hoe kan de politiek dan veranderen wat docenten onderwijzen?”
Alexander – “Door onder docenten een debat te beginnen over dit onderwerp.”
Een mooi doel, vind ik. Om een debat onder docenten mogelijk te maken stimuleren, start Indisch 3.0 een enquête over Indië en Indonesië in het onderwijs. Vul jij hem ook in? Ga naar onze enquete over Indië en Indonesië op school.
Laatste reacties