‘Indische buurten in Nederland’
In 2009 plaatste Indisch 3.0 een oproep aan haar lezers om een Indische buurt in hun plaats te beschrijven. Aanleiding voor deze uitnodiging was een onderzoek van de Universiteit van Amsterdam naar buurten in Nederland met Indische straatnamen (1). In dit artikel wil ik graag terug gaan naar het onderzoek en in hoofdlijnen de bevindingen met jullie delen. Vanuit mijn interesse in (koloniale) geschiedenis en ontwikkeling van steden, vond ik de resultaten erg interessant en het delen waard.
De bijdragen op Indisch 3.0 vertellen over de Indische buurten in Den Haag, Amsterdam en Utrecht, maar er zijn maar liefst nog 43 andere Indische buurten in Nederland (2). Anders dan de naamgeving doet vermoeden, hebben de meeste Indische buurten niets te maken met de vestigingsplaatsen van Indische Nederlanders na de repatriëring. De buurten zijn vooral ontstaan uit een gevoel van ‘nationale trots’.
Trots op Nederlands-Indië
De meeste Indische buurten zijn ontstaan aan het eind van de negentiende eeuw, toen het benamen van straten een officiële aangelegenheid werd. Er werden namen gekozen waaruit de trots op het land naar voren kwam. Men vernoemde naar beroemde dichters, wetenschappers of bestuurders. Verwijzingen naar de – destijds als succesvol beschouwde – kolonie mochten daarbij niet ontbreken.
De meeste Indische buurten kwamen op tussen 1870 en 1950. Er werd in die tijd meer gebouwd en meer straten betekende automatisch nieuwe namen. De groei van de Indische buurten liep dus parallel aan de groei van de woningvoorraad. Plaatsen waar voormalige kolonieondernemers woonden of waar een andere ‘persoonlijke’ band was met Nederlands-Indië, liepen voorop in het oprichten van Indische buurten. Daardoor verschenen deze buurten aanvankelijk vooral in Noord-Nederland. Door de kleine katholieke elite in Nederlands-Indië, hadden de zuidelijke Nederlandse provincies namelijk minder directe banden met de kolonie dan de liberalen en protestanten in de noordelijke provincies.
Toenames en afnames
In twee periodes was het benoemen van straten naar plaatsen in Nederlands-Indië opvallend meer populair dan anders. Dat kwam door wijzigingen in het koloniale beleid. Zo nam van 1870 tot 1880 de interesse in Nederlands-Indië sterk toe, omdat voortaan ook particulieren mochten investeren de kolonie. Tussen 1900 en 1910 werd de band tussen Indië en het ‘moederland’ sterker vanwege politieke moderniseringen in het land (3). Dit zie je terug in een toename van Indische straatnamen.
Daarentegen werd het vernoemen voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog minder populair. Ook de oorlog zorgde voor een verandering in de manier waarop vanuit Nederland over Nederlands-Indië werd gedacht. De kolonie riep niet automatisch meer een positief gevoelen op en de groei van Indische buurten nam duidelijk af. Toch zijn er ook in deze periode Indische buurten ontstaan vanuit een gevoel van trots. In het onderzoek wordt bijvoorbeeld beschreven dat de namen in de Indische buurt in Maastricht vooral zijn ingegeven ‘door steun voor en medeleven met de plaatsgenoten die deelnamen aan de politionele acties’. Blijkbaar was hier veel vertrouwen in het behouden van Nederlands-Indië als kolonie.
Na de oorlog
Naast een blijvend geloof in de kolonie, hebben op kleine schaal ook andere overwegingen meegespeeld in het oprichten van Indische buurten in Nederland na de Tweede Wereldoorlog. In sommige gevallen is een buurt vernoemd naar de aanwezigheid van repatrianten. De opvanglocaties van Molukkers (die zichzelf overigens niet als repatrianten zagen) hebben in Capelle aan den IJssel en in Huizen in de jaren vijftig bijvoorbeeld gezorgd voor het (her)noemen van straten naar eilanden uit de Indische archipel.
Een ander voorbeeld van een ‘jonge’ Indische buurt vind je in new town Almere. Het bestaan van deze Indische buurt (bedacht in de jaren ’80, opgeleverd in 2003) is opmerkelijk te noemen, omdat de oprichting geen verband houdt met de vestiging van repatrianten of voortkomt uit nationale trots op de voormalige kolonie. Het is de vraag waarom de destijds nationale stemming over voormalig Nederlands-Indië, die eerder gekenmerkt wordt door schaamtegevoel dan door trots, niet in beschouwing is genomen bij het oprichten van de Almeerse Indische buurt.
Het antwoord is te vinden in het verkiezen van de Indische schrijfwijze van de plaatsnamen boven de Indonesische schrijfwijze (zoals men aanvankelijk van plan was). Dit laat zien dat Almere de Indische buurt niet direct associeerde met Indische Nederlanders of gevoelens van trots of schaamte, maar met de geschiedenis van stedenbouw in Nederland. Door ook een Indische buurt te bouwen, deed de jonge stad een poging zich aan te sluiten bij oudere steden in het land.
Het onderzoek laat op deze manier zien dat Indische buurten in Nederland allemaal een verhaal te vertellen hebben. De verhalen hebben alleen niet zozeer te maken met geschiedenis van Nederlands-Indië, maar vertellen vooral hoe Nederland de afgelopen eeuw aankeek tegen haar (voormalige) kolonie.
Bronvermelding
- Onderzoek: H.H. van der Wusten, S. De Vos, M.C. Deurloo, ‘Indische buurten. Aardrijkskundige bijdragen aan het Nederlandse zelfbeeld’, in: Tijdschrift Geografie 2006 (15), pp. 24 – 28.
- Straatnamen met personen die verbonden zijn geweest met Nederlands-Indië, zijn in het onderzoek door H.H. van der Wusten, S. De Vos, M.C. Deurloo buiten beschouwing gelaten. In het onderzoek is voor het begrip ‘buurt’ als ondergrens een reeks van drie aaneenliggende straten met Indische, aardrijkskundige namen genomen. Volgens deze definitie telt Nederland nu 46 Indische buurten. Gemiddeld heeft zo’n buurt 16 straten; de spreiding is echter aanzienlijk, van Wageningen met drie straten tot Amsterdam met 63. Zie voor een overzicht deze kaart.
- Deze politieke moderniseringen worden vaak omschreven als ‘ethische politiek’ zie bijvoorbeeld uitleg ‘ethische politiek’ op wikipedia.
Laatste reacties