Resultaten online onderzoek bekend
Grote ontevredenheid over onderwijs over Indië en Indonesië
Vandaag herdenken we het einde van de Tweede Wereldoorlog in Azië. De kans is groot dat jij daaraan mee wil doen, of er op zijn minst even aan denkt. Maar wat heb jij erover geleerd? Wist jij bijvoorbeeld, dat Indische Nederlanders soms wel tot in december 1945 in kampen hebben gezeten? En dat herdenken op 15 augustus vooral een symbolische betekenis heeft?
Aanleiding voor het onderzoek
Indisch 3.0 deed onderzoek naar hoe tevreden mensen zijn over wat zij op school hebben geleerd over Indië en Indonesië. Reden hiervoor is dat wij al jaren horen dat “mensen niets weten over de koloniale geschiedenis van Nederland in Indonesië.” Is dit een sentiment dat enkelen voelen? Is dit zo’n standaard punt van kritiek van ouderen op jongeren? En hoe kijken docenten hier eigenlijk tegenaan? Van 2 juli 2013 tot en met 13 augustus 2013 konden mensen meedoen aan de online enquete. Deze eerste vier resultaten en conclusies zijn vanaf vandaag te vinden op www.indisch3.nl. Een diepgaandere analyse publiceert Indisch 3.0 in september.
Opbouw enquête
De enquête bestond uit algemene en doelgroepspecifieke vragen; voor (oud-)leerlingen respectievelijk (oud-)docenten zijn deels verschillende vragen geformuleerd. Leerlingen kregen vragen over hoe tevreden ze waren over de lessen, in welke vakken zij over Indië en Indonesië hadden gehoord en wat zij er zelf over wisten. Docenten is gevraagd hoe belangrijk zij deze kennis vinden, wat redenen konden zijn er meer aandacht aan te besteden én om er juist niet meer aandacht aan te besteden.
Representativiteit
373 respondenten hebben deelgenomen aan dit onderzoek. 51% hiervan is vrouw, 49% man. In termen van geslacht zijn deze deelnemers representatief voor Nederland. Daar staat tegenover dat 63% van de respondenten zegt (deels) van Indische afkomst te zijn. Volledig representatief voor de Nederlandse bevolking is dit onderzoek niet. We kunnen wel aannemen dat dit onderzoek representatief is voor de Indische gemeenschap in Nederland, gezien de overeenkomstige verhouding man:vrouw.
Helaas zijn de vragen voor docenten weinig representatief te noemen. Van de 43 deelnemers die aangaven docent te zijn (geweest), is 51% gestopt met lesgeven. Deze verhouding komt niet overeen met de werkelijke verhouding actieve docenten:gepensioneerde docenten. Daarmee is dit onderzoek representatief te noemen voor overwegend Indische Nederlanders die niet als docent voor de klas hebben gestaan. De antwoorden van docenten zullen wij daarom met de nodige nuance brengen.
Uitkomsten van het onderzoek
Resultaat 1. Onder Indische Nederlanders heerst grote ontevredenheid over wat zij op school geleerd hebben over Indië en Indonesië. Mensen die na 2003 eindexamen hebben gedaan, zijn opvallend minder negatief dan mensen die voor 2003 eindexamen deden.
72% van de deelnemers aan het onderzoek “Indië en Indonesië op school,” zegt ontevreden tot zeer ontevreden te zijn. Deze ontevredenheid staat in groot contrast met het belang dat (oud-) leerlingen en (oud-)docenten hechten aan kennis hierover.
Resultaat 2. Indische Nederlanders van alle leeftijden vinden kennis over de geschiedenis van Nederland in Indië en Indonesië (ontzettend) belangrijk. Het belang dat ze eraan hechten, neemt toe naarmate de leeftijd stijgt.
87% van alle deelnemers vindt kennis over Indië en Indonesië belangrijk (24%) of zelfs ontzettend belangrijk (63%). Opvallend is dat dit belang toeneemt met de leeftijd. Van alle jongeren (jonger dan 26 jaar) vindt 50% het ontzettend belangrijk om kennis te krijgen over dit onderwerp, 37% vindt het belangrijk. Van de volwassenen (26-46 jaar) vindt 64% het ontzettend belangrijk en 24% belangrijk. En van de senioren vindt 67% het zelfs ‘ontzettend belangrijk’, 21% belangrijk. Nu kan dit beeld vertekend zijn, vanwege het relatief kleine aandeel jongeren (slechts 13% van de respondenten is jonger dan 26 jaar). Maar wij herkennen dit beeld wel.
Resultaat 3. Het merendeel van de Indische Nederlanders (67%) wil dat docenten hierover met elkaar in debat gaan. Hoe korter geleden een respondent eindexamen heeft gedaan, hoe groter het belang dat hij hieraan toekent. Docenten zijn hiertoe bereid.
Van de respondenten die na 2003 eindexamen doen of hebben gedaan, vindt 84% het belangrijk (48%) tot ontzettend belangrijk (36%) dat docenten hierover met elkaar in debat gaan. Van de respondenten die tussen 1983 en 2003 eindexamen deden , is 71% overtuigd van het nut van dit debat, waarbij 30% ‘ontzetten belangrijk’ en 41 % ‘belangrijk’. Van de respondenten die voor `1983 eindezamen deden, is dit nog lager. Daarvan vindt ‘slechts’ 66% dat docenten hierover het debat horen te zoeken (33% ontzettend belangrijk, 33% voor belangrijk). Docenten die nog wel les geven (22 van de 53) geven voor het merendeel (64%) aan dat zij hier wel voor voelen (64%).
Resultaat 4. Indische Nederlanders hebben de hoop dat betere kennis over het (post-)koloniale verleden van Nederland, kan leiden tot meer begrip voor elkaar en voor anderen. Onderwijs is de sleutel hiervoor.
Gevraagd naar wat het eigenlijk uit zou maken, heeft één antwoord een duidelijke voorkeur. 57% van de respondenten gelooft dat Nederlanders meer begrip voor elkaar en anderen krijgen. Van alle deelnemers geeft 46% verder aan dat onderwijs de sleutel is voor beter geïnformeerde Nederlanders. 34% gelooft dat dit onderwerp hoe dan ook thuis hoort in het reguliere onderwijs; het hoort bij het collectieve geheugen. Slechts 8% vindt dat Nederlanders hier in de basis niet in geïnteresseerd zijn.
Conclusies, vervolg en overdenkingen
Vinden wij dat we geslaagd zijn in de opzet van ons onderzoek? Deels. We hadden graag meer jongeren (tot 26 jaar) in ons onderzoek betrokken. We hadden graag meer lesgevende docenten in ons onderzoek gehad. En we hadden graag een bredere doelgroep betrokken in ons onderzoek dan de overwegend Indische groep. Dat zijn drie factoren waar we niet zo enthousiast over zijn.
Niet representatief
Naast zelfkritiek kwam er ook kritiek van de deelnemers. “Jullie gaan geen representatief onderzoek krijgen, jullie krijgen alleen maar Indische Nederlanders.” We hebben inderdaad geen landelijk bereik gerealiseerd. Het onderzoek is representatief, maar “alleen” voor de Indische groep. Vinden we jammer, maar dat heeft alles te maken met het karakter van dit onderzoek; het is nou eenmaal een “niche” onderwerp, de Indische geschiedenis op school. Verder hielp het niet dat we dit onderzoek uitvoerden tijdens de zomervakantie.
Subjectief
Een ander kritiekpunt was de gekleurdheid in de vraagstelling en de antwoordmogelijkheden. Zo vond iemand het een minpunt dat zij niet kon aangeven dat zij lesgaf op de volksuniversiteit. In dat geval accepteren we dat dit onderzoek niet perfect was. Waar we nog eens goed naar hebben gekeken, is de gekleurdheid van de vragen. Een formulering hebben we aangepast; van ‘kennisgebrek’ hebben we ‘eventueel kennisgebrek’ gemaakt. De overige verwijten van subjectiviteit hebben we genomen voor wat ze waren. We hebben de vragen zo goed mogelijk vrij van sturing proberen te formuleren. Echt waar.
Plezier
Ondanks die minpuntjes, presenteren we jullie dit onderzoek met plezier. Het is voor het eerst dat onderzocht is hoe Indische Nederlanders aankijken tegen onderwijs over “hun” geschiedenis. We weten nu dat docenten en leerlingen veel belang hechten aan betere kennis over het (post-) koloniale verleden van Nederland in Indonesië. En we weten nu dat docenten en leerlingen waarde hechten aan een debat over meer aandacht.
Aanknopingspunten
Daarmee biedt dit onderzoek aanknopingspunten voor een daadwerkelijke verbetering van het onderwijs over Indië en Indonesië. Wij gaan daarmee aan de slag. Verder gaan we de resultaten van dit onderzoek nader analyseren. Is er een verband tussen leeftijd en verwachtingen? En wat kan je zeggen over mensen die geen Indische achtergrond hebben en het belang dat zij hechten aan dit onderwijs? Los van deze opening naar de toekomst, hebben de open vragen ons een ongekend inzicht gegeven in hoe Indische Nederlanders en belangstellenden kennis over de Indische cultuur in Nederland hebben ervaren. We sluiten af met een paar van deze opmerkingen.
Wat wil jij weten over de resultaten?
Maar voordat we dat doen, nog een laatste vraag aan jullie. Aangezien we nog een nadere analyse gaan maken; wat zou jij willen weten over de resultaten van dit onderzoek, dat we kunnen beantwoorden op basis van de reeds ingevulde enquete? Wellicht kunnen we jouw vraag ook opnemen in onze analyse.
Dan nu, een paar van de reacties.
“In de geschiedenislessen kwam Nederland als bijzaak bij de Tweede Wereldoorlog.”
“Ik heb de indruk dat er maar twee opvattingen bestaan in Nederland; óf Indo’s waren fout want hadden de Indonesische nationaliteit aangenomen, óf ze zijn de best geïntegreerde allochtonen die Nederland ooit heeft gehad.”
“Als half Molukse vind ik het soms kwetsend dat mensen niet weten wat mijn familie heeft meegemaakt. Als het in een keer goed op school wordt uitgelegd,zou dat heel wat mensen uitleg schelen.”
“Alleen maar zeiken over nazi’s zonder te vertellen over eigen nationalisten/ kolonisten is zelfs een gebrek aan zelfrespect.”
“Door de treinkapingen werd in een week tijd meer bekend over de achtergrond van de Molukkers da in de 20 jaar daarvoor dat ze in Nederlan waren.”
“Ik leerde over de VOC en minimaal over de politionele acties.”
“Soms werd mij gevraagd een toelichting te geven.”
“Mijn schoonouders komen uit Indonesië, ik wist eigenlijk niet zo goed hoe mijn schoonvader aan een Nederlandse naam kwam.”
Overdenkingen: belang en urgentie van dit onderzoek
Prins Friso is zojuist overleden. We hebben gehoord dat het begrotingstekort nog erger wordt dan verwacht. Allemaal moeten we de broekriem aan gaan halen. En vandaag herdenken we het einde van de Tweede Wereldoorlog. Hoe belangrijk is dit onderzoek eigenlijk? Hoe urgent is het dat Indisch 3.0 doorgaat met het agenderen van het probleem van gebrekkig onderwijs over Indië en Indonesië op scholen?
Wij vinden dit heel belangrijk. Ten eerste: te vaak plaatsen politici en journalisten koloniale kwesties in een Indisch hoekje, terwijl de bevelen allemaal vanuit Den Haag kwamen; Nederland. Te makkelijk vegen politici het Nederlandse bord schoon door misbruik te maken van het paraplu-begrip Indisch. Een beter opgeleid publiek zou niet meer zo makkelijk in de luren te leggen zijn.
Ten tweede: dagelijks gaan toekomstige politici, journalisten, docenten en ouders voor het eerst naar school. Een goede basiskennis over het Nederlandse verleden in de voormalige kolonie leidt ze op tot grotere denkers.
En tot slot gaat het om het Indische culturele erfgoed. Indisch 3.0 kijkt naar het eigentijdse in de Indische samenleving. We zien hoe belangrijk het is dat Indische kinderen leren wie ze zijn, waar ze vandaan komen en wat hun familieband is met Nederland en Indonesië. Onze ouders en voorouders hebben er vaak maar weinig van overgedragen (gekregen). Tegenstrijdig genoeg zijn wij dus voor de doorgifte van onze cultuur aan onze kinderen voor een groot deel afhankelijk van het Nederlandse onderwijs.
We laten de andere koloniën en andere minder chique wapenfeiten – zoals de slavernij – voor wat ze zijn. Wij zijn een Indisch magazine en gaan ons inzetten voor beter onderwijs over de Nederlandse kennis over de Nederlandse geschiedenis in Indonesië. Dat is al een hele hand vol.
Hallo Kirsten,
Van dit onderzoek wist ik helaas niets af, ik had er als hollandse vrouw (geen gewoon hollands meisje) al meer dan 50 jaar getrouwd met een indo ,graag aan meegedaan.Dit onderwerp gaat mij erg ter harte want dit is o.a. wat ik op de scholing van toen en nu nog altijd tegen heb. Die vaderlandse geschiedenis waar de”” indische geschiedenis”” zo noem ik het maar, volkomen in ontbrak. Aangezien ik in een indische familie getrouwd ben en al vanaf kindsaf aan (ook voor mn trouwen al)interesse in deze groep mensen die noodgedwongen naar Holland moesten komen heb,maak ik me hard tot meer begrip en doorgave van de mooie indische subkultuur, zoals dat wel genoemd wordt.Op facebook ben ik te vinden met een eigen pagina “”indisch wat en hoe”” en hoop er de sfeer en artikelen die tot meer kennis en begrip zullen leiden te posten en zodoende mijn steentje er aan bij te dragen, want dat het nodig is dat staat vast!
Ga zo door met je werk en laat goed van je horen, want het duurt misschien nog maar een 10 jaar en dan is deze periode ook echt alleen maar geschiedenis geworden,dan zijn de van oorsprong in Indië geborenen er helaas niet meer.
.Ik zou zeggen….sukses!
groetjes
Cornelia Stuyver
Mooi onderzoek. Het lijkt mij goed om als Indische gemeenschap samen te werken met andere (post)koloniale organisaties om de gehele koloniale geschiedenis beter aan bod te laten komen in het onderwijs.
Want niet alleen het verleden van Nederlands-Indië komt nauwelijks aan bod, ook over de Antillen, Suriname en het aandeel van Nederland in de slavernij en de ‘spice trade’ worden niet of nauwelijks besproken.
citaat: “dat Indische Nederlanders soms wel tot in december 1945 in kampen hebben gezeten? En dat herdenken op 15 augustus vooral een symbolische betekenis heeft?” Mijn moeder en zus zijn pas half juni 1946 door tussenkomst van het Rode Kruis bevrijd in Midden-Java. Ik heb het “geluk ” gehad al op 10 november 1945 bevrijd te zijn uit de Werfstraatgevangenis in Soerabaja. Toen waren de meeste slachtoffers al gevallan. Alleen mogen zij op 15 augustus in Den Haag niet worden herdacht. Toen was het vrede, klaar uit. Als antwoord op een opmerking van mij: “Ja, maar dat is toch van na 15 augustus 1945”. Toen was het vrede.
Er is ooit een streep getrokken, uitwissen die erfenis, want east is east and west is west, etc., dat drong zich kennelijk op. Wie weet er dat er aan Nederlandse universiteiten Javaans recht werd gedoceerd? Zou heel erg helpen tegen de domme stellingnamen over de zogenaamde onverenigbaarheid van de sharia met westerse rechtsstelsels.
Beste Wim,
Javaans recht zoals u het noemt heeft niets met sharia te maken. Sharia is geschreven recht afgeleid uit de Koran. Adatrecht is het gewoonte recht. Het recht van het land. De Engelsen noemen dit commonlaw. Ouder dan waarschijnlijk die zelfde islam.
Adat betekent letterlijk gewoonte.
Het is het geheel van lokale zeden en gewoonten op elk gebied van het leven.
Zo bepaalt de adat bijvoorbeeld de omgangsvormen, de landbouwcyclus, de zorg voor zieken, de voorouderverering, het huwelijksrecht, het eigendomsrecht en de kleding. In het dagelijkse leven wordt de harmonie gewaarborgd indien men leeft volgens de regels van de adat. De adat schrijft voor hoe mensen met elkaar moeten omgaan, het regelt de rechtspraak, de jacht, de landbouw, enz.
Het zijn de voorouders die waken over naleving van de adat en het behoud van de harmonie.
Zij vormen een verbinding tussen de mensen en de goden, tussen de wereld hier op aarde en de bovenwereld. Wanneer de regels van de adat overtreden worden kan dit door de voorouders worden bestraft.
Als de geesten van de voorouders bij niet nakomen van de adat ontstemd zijn kan hun boosheid op velerlei manieren worden geuit:
Zo lopen de nabestaanden kans op tegenslagen en kleine ongemakken maar ook kunnen de vooroudergeesten ziekten veroorzaken en zelfs natuurrampen en epidemieën.
En dit recht (indisch/ adat recht) kon men studeren aan de leidse universiteit voor rechts geleerdheid. Mijn overgrootopa had dit recht gestudeerd in leiden en was dus meester in het indisch/adat recht. Maar toen hij gerepatrieerd werd was hij slechts overbodig.
Slavernij laten voor wat het is? De bevelen kwamen uit Den Haag? Volgens mij hebben je zelf ook een beetje last van gebrekkige kennis over Indië/Indonesië. Beetje jammer.
Wat is er dan gebrekkig?
Slavernij heeft in Nederlands-Indie nog langer voortgedurend dan in de gebiedsdelen van het koninkrijk in de West. Verschil in aandacht voor beide zaken ligt gelegen in het feit dat er – bij mijn weten – geen nazaten zijn van slaven uit Indie. Daarnaast was de slavenhandel in de Oost in omvang minder groot en betrof dit een kleiner aandeel van de totale activiteiten. Er is zowel vanuit de herinneringsgedachte als vanuit onderzoeksgebieden erg (te) weinig aandacht voor. In zekere zin zijn de slaven uit Nederlands-Indie een stukje vergeten geschiedenis.
Hi Dusty, nazaten van de slaven in Indië zoals jij bedoelt, zijn de belanda hitams. Griselda Molemans heeft daar een boek over geschreven. Groet van Kirsten
Ik heb net een vakantiereis door Java, Bali en Lombok gemaakt met mijn gezin, en ben er nu pas achter gekomen hoe weinig ik van dit land wist. Ik ken aardig wat Indische mensen in Nederland, en heb wel eens wat gehoord wat de Nederlandse militairen rond 1947 daar hebben uitgericht. Onze kinderen (18-23 jaar) hadden helemaal geen enkel benul daarvan.
Ik heb de indruk dat men in Indonesië slechts een lauwe band met ons heeft, ook al zijn ze vriendelijk tegen ons Belanda’s. De historische band, die ik wel een beetje voelde toen ik daar was o.a. door de historische resten die je er nog tegen komt, daar staat men niet bij stil. Vraag die blijft hangen is: wil men de band die er is niet erkennen door wat er is gebeurd, of is men gewoon wat minder sentimenteel dan wij westerlingen, en meer bezig met het hier en nu? Ik ben ook benieuwd hoe de Indonesiërs in Nederland hier tegenaan kijken…
Laten we deze mensen met Indisch achtergrond nog eren
in hun laatste jaren. Ze verdienen het om eindelijk aandacht
te krijgen.
groetjes Marijke
Beste Kirsten,
Dacht dat de Belanda Hitam ”contractsoldaten” uit Afrika waren. In ieder geval was de status van deze soldaten hoger.
Ik doel ondermeer op de Mardijkers (maleis: merdeka) – zover ik weet uitgestorven volk – en slavernij zoals die tot 1910 onder (in)direct bestuur hebben geleefd in Nederlands-Indie, ondermeer te Sumba. Ter vergelijking rond 1800/1820 bestond 25-50% van de bevolking van Batavia uit slaven. Weet niet of dat lukt, maar kijk eens bij het KITLV:
http://media-kitlv.nl/all-media/indeling/detail/form/advanced/start/4?q_searchfield=slaven
Trek je dit onderwerp nog breder dan kun je de vraag stellen in hoeverre Njai – slavinnen waren.
@ Dusty
De Mardijkers behoren ooit tot de vrijgelaten inheemse slaven van de Portugezen uit de kuststrook van India .
Werd “geimporteerd”uit Malaka door de VOC naar Batavia, ging vermengen met de Inheemsen en Indische mensen .
Sommigen hadden geluk om bepaalde positie te veroveren in de toenmalige Batavia en ommelanden.
Ze werden toen de Swarte Christenen genoemd , soms ook de swarte duivels.
Hun nakomelingen wonen tegenwoordig nog in Cilincing in Noord Jakarta , en sommigen zijn na Nederlands Indie naar Nieuw Guinea-Suriname en later naar Nederland gegaan.
Ze zijn bekend onder de naam TUGUNEZEN( kroncong Tugu– Moresque).
Een andere groep nakomelingen ex Inheemse slaven waren de Depokkers ( Belanda Depok) .
De 12 familie slaven van Chastelein, hij was ook eigenaar van landgoed Weltevreden in Batavia..
@ Gert.
De meeste Indonesiers (Indonesische nationaliteit )in Nederland kijken meestal naar de toekomst.
@Surya; Bedankt voor deze interessante informatie. Zie dat in Indonesie de Belanda Depok recent wat aandacht krijgen, in ieder geval wordt de geschiedenis vastgelegd:
http://www.youtube.com/watch?v=u5iN03vWZBw
Ook de Tugunezen hebben een gezamenlijke plek:
http://www.toegoe.nl