In het in 2009 uitgekomen boek ‘De Pasar Malam van Tong Tong, een Indische Onderneming‘ doet Florine Koning verslag van 50 jaar PMB in Den Haag. De historicus Koning, momenteel verantwoordelijk voor de PR van de Tong-Tong Fair, werkte er vier jaar aan. Het resultaat is een tijdsbeeld van de Indische gemeenschap die op zoek is naar erkenning. Maar bovenal leest het als het antwoord van de organisatie op de vele kritieken die het in de loop der jaren heeft gekregen.
Bij het schrijven van deze recensie flitsen vele gedachten door mijn hoofd. “Benader ik het boek als objectief recensent, of neem ik alle kritiek mee die ik gehoord heb?” “Als Indisch3 treden wij op op de Tong-Tong Fair. Kan ik dan nog wel een recensie schrijven?” En: “De Pasar Malam Besar, euh, Tong-Tong Fair, is een instituut. Mogen wij daar wel kritisch op zijn?” Tijdens het lezen komen al deze gedachten regelmatig voorbij. Ik heb de verhalen gehoord over een zwarte lijst met mensen die kritiek hebben op de organisatie en realiseer me desalniettemin dat een onafhankelijke mening voor onze lezers zwaarder weegt dan elke andere overweging.
Bij het lezen van het boek denk ik bij vrijwel elke foto: dit kan een familielid zijn. De prachtige, grote foto’s maken het lijvige boek tot een persoonlijk naslagwerk. Ook het ontstaan van de Pasar, ooit begonnen als fancy fair voor een goed doel, ontroert. Maar wat me het meeste raakt, is de parallel tussen de erkenning die de Pasar Malam Besar zocht, en de niet ophoudende zoektocht naar erkenning van de Indische gemeenschap.
Koning geeft aan dat voor de Pasar in 2007 die zoektocht eindigde: het jaar waarin de Pasar de Grand Prix van de Nationale Evenementprijzen uitgereikt kreeg. Ik voel een parallel met het commentaar van mijn opa, toen hij een lintje kreeg voor 40 jaar trouwe dienst bij de KLM – die hij ook nog eens ontving van zijn grote idool Nelie Kroes: “Hoe vind je dat Kirst? Niet slecht hè, voor een Indo?”
Twee jaar later veranderde het bekroonde evenement zijn naam in de – veel bekritiseerde – Tong-Tong Fair. In het boek is die kritiek opgenomen. De historicus en pr-functionaris Koning neemt enkele passages op, waaruit alleen maar blijkt dat mensen aangeven dat de Pasar Malam tot hun identiteit behoort. Het veranderen van de naam voelt als het weg gummen van een stuk geschiedenis. De uitleg voor de naamswijziging? Te veel nostalgie, te veel een soortnaam (de Spa Blauw onder de festivals) en op internationaal vlak te weinig positionerend.
Op dat moment verliest Koning zichzelf in onderbouwingen en theoretische discussies. Zelfs de Van Dale haalt ze erbij om aan te tonen dat het begrip Pasar Malam synoniem staat aan exotisch en nostalgisch. Hierdoor gaat het boek voorbij aan de kern van die kritiek: het veranderen van de naam is te vergelijken met het doorhakken van een navelstreng: nooit meer zal de vanzelfsprekende verbinding tussen Indie en Nederland een plek hebben in Den Haag. De Pasar Malam Besar is (van) de Indische Gemeenschap – een feit dat een paar pagina’s later onderstreept wordt, door te beschrijven dat de TTF te vergelijken is met een tijdelijke Indische stad.
Het evenement, dat uitgroeide van een – in het boek treffend beschreven- familiebedrijf tot een serieuze speler, heeft het zeker niet makkelijk gehad. Door het tijdelijke karakter waren banken niet erg happig op het verlenen van financiering. In de loop van de tijd besteedde de organisatie steeds meer aandacht aan stylering en vormgeving, waardoor mensen dachten dat er geld in overvloed was. De auteur benadrukt bovendien dat de entreeprijzen aanzienlijk lagen zijn dan die van andere Nederlandse evenementen. Dit argument, hoe begrijpelijk ook vanuit zakelijk perspectief, verliest aan kracht doordat vele bezoekers de entree van de Pasar vooral vergeleken met die van andere pasars. Misschien dat hierbij die naamsverandering wel helpt.
Een evenement dat ooit idealistisch begonnen is, kreeg na een kleine 50 jaar eindelijk erkenning. De naamsverandering die erop volgde maakte een hoop los: dat liet zien hoezeer de Pasar Malam Besar eigendom geworden was van de Indische gemeenschap. Sinds die verandering boet het evenement alleen maar in aan naamsbekendheid, zeker met de komst van de Pasar Malam Indonesia van de Indonesische ambassade. En toch – het in 2009 uitgekomen boek geeft zeker veel meer kleur aan die grote Indische avondmarkt, die voor velen verworden is tot een jaarlijks Indisch familiefeest, of je nou tevreden bent met de manier waarop ze deze onderneming drijven, of niet.
Ini een beetje omong kosong van mijn kant.
Honestly stolen uit een andere Indische site.
Ondanks veel licinheid(gladheid) ben ik vandaag(12-01-2010) na het inkopen doen (ben toevallig katjoeng , supir en kok tegelijk) even naar de plaatselijke OBA gegaan .
Kan ik lekker warme tjoklatsusu drinken en kranten lezen
Zag toen een grote dikke boek (30×25) , De Pasar Malam van Tong Tong – Een Indische Onderneming.
275 bladzijden dik ,geschreven door Florine Koning , Stichting Tong Tong en betaald met het geld van Stichting Het Gebaar .
Een mooie boek met veel plaatjes , zie je al die bekende Indo’ s toen ze nog jong waren , adoeh nog frisse gezichten .
De foto van Anneke Gronloh met haar ge-sasak-te kapsel en geblondeerd (blz 69 ).
Mss aan het zingen van Brandend zand .
De eerste advertentie : bl 22
Ajo! Ajo! Ajo! Ajo!
Naar de Tong Tong Pasar Malam in de Haagse Dierentuinen op 3, 4 en 5 juli
Allerlei lekkere hapjes , nuttige zaken voor de huisvrouw,vele oude bekenden, en Banjak leuke attracties voor jong en oud , o.a een Indische novum De Katapult schieten.
Een feest van verassingen.
Entreeprijzen: volwassenen 50 ct , kinderen 25 ct.
Blz 28 zie je si Tjalie in action , met zijn djepretan(katapult) en sigaret .Wah aksi die fen ,
blz 47 : (klein fototje)oproep aan alle ex boeaja
Tegenwoordig is de katapult onbekend en de windbuks een legende.
Ajo lui , toon weer je meesterschap .
En dan een grote foto van Andres (nog met een bos haar) en de latere kroepoek Sandra. (bl 95.)
Er was ooit ruzie geweest met de Indonesiers in 1996 , toen men bepaalde “politiek gevoelige” programmas niet willen schrappen.
Dat duurde tot na de reformasi in 1998.
Gelukkig zijn we weer vrienden geworden , de Indonesische Ambassadeur komt ook bij de PMB , en Sri Baginda Ratoe Beatrix had ook de 50ste PMB in 2008 geopend.
Ben eigenlijk nieuwsgierig of ik foto’ s van bekende Indo’ s uit internet kan vinden (mag geen namen noemen).
OKE luitjes , ga het boek zelf kopen , ik weet niet wat dat kost , want ik heb gratis (voor nop) geleend uit de bieb.
Harry van Kleef ( 1938- ) Vandaag : donderdag 2 september 2010 10.34 uur
De Psar Malam van Tong Tong een Indische onderneming geshreven door Florine Koning.
Harry van Kleef ( 1938- ) Vandaag : donderdag 2 september 2010 10.37 uur
Reaktie : Bovenstaand boek van Florine Koning . In-take cq interview :2009
Destijds : 32.50 € . Ongesigneerd . Ik had het boek nodig voor mijn lezing
over de Bersiap-periode ,waar enkele boeken over bestaan- in het kader
van Nederland leest in 2009.
Bovenstaand boek kost destijds :32.50 €
zie Deel 2 :pagina 80 van bovenstaand boek , zie tevens Indisch Den Haag van
Coos Versteeg uit 1983 pagina 43 ,kolom 2 regel 1 en reflekteer naar de Bijbel.
N.B.: Mijn reaktie gaat zo snel weg,dat ik niet veel kan schrijven !
Anyway : Prachtig,goed gedocumenteerd boek,terdegen studie en onderzoek van Florine.
Ik zelf heb nog geen tijd een boek te schrijven. Ik schrijf wel verslagen voor mijn
werkgroep . Vroeger moest ik een scriptie schrijven over pentjak silat van wijlen
Max Lentze en voor mijn eind-examen Stadsacademie voor Toegepaste Kunsten
een scriptie over de Franse schilderkunst,beeldhouwkunst en architektuur van de
eind 19e eeuw en begin 20e eeuw.
Mijn reaktie is een beetje ´rëjjap¨rëjjap¨,omdat de scroll zo snel gaat en mijn
gedachten en ideèen,dan op de loop gaan .Sorry.
A propos : Jammer ,dat mijn confrater portrettekenen uit de jaren 70 er niet
in staat : wijlen Jan Geldtmeyer,waar ik jarenlang mee optrok :de ene pasar
na de andere. Er is op de TTF wel een straat naar hem genoemd.
Oom Pfef staat er wél in en dát vind ik :djempol -djago.
Over mijn laatste akts zijn weinig bekend .Destijds maakte ik een serie schilderijen
van heb-ik-jou -daar : Appah boléh buat .
In 2009 maakte ik ´Kantje boord´: akt en lezing over de :Bersiap ,reflekterende
naar mijn ziekte in 2009 en de Ámper matti´uit de Bersiap. Ik hoop nog eens
terug te komen met `Die Entfùhrung aus dem serail´met een knipoog naar mijn
destijds verkochte schilderij ´De Roof van Sita´uit het Ramayana-epos.
Soedah, cukup. Tabéh. God bless you.